Aan de oprichting van het Descheemaecker Pigeon Center ging heel wat vooraf...
Generaties lang is de familie Descheemaecker ondernemend geweest in de duivensport. Het begon in 1927 met de broers Noël en Robert Descheemaecker en bijna 100 jaar later staat de derde generatie nog steeds gedreven achter de duivensport in verschillende facetten. We nemen u graag mee in het verhaal van het boeiende ontstaan van het Descheemaecker Pigeon Center.
1927
De broers, Noël en Robert Descheemaecker, allebei gepassioneerd door de duivensport, bouwden hun eerste duivenhok in Wilrijk (Antwerpen) op het dak van de drukkerij van hun vader.
1930
In november 1930 kwamen de broers op het idee om een tijdschrift te publiceren. Ze doopten het 'Het Duivensport' en werd gedrukt in de drukkerij van hun vader. Later verscheen ook de Franstalige versie ‘Le Sport Colombophile’.
In eerste instantie werden slechts 25 voorbeeld exemplaren gedrukt. Die werden verdeeld aan hun vrienden en kennissen om hun reacties te verzamelen. Het was een eenvoudig tijdschrift: er stonden geen advertenties in, alleen artikelen die uit eigen ervaring waren geschreven.
De reacties waren positief en de inhoud werd verder uitgebreid. Enthousiaste vrienden uit de duivensportwereld, die deelnamen aan wedstrijden op hoog niveau, deelden voortaan ook hun ervaringen. Het tijdschrift was meteen een schot in de roos: er werden wel 50.000 exemplaren van gedrukt. De drukkerij draaide op volle toeren en werd er dag en nacht gewerkt om het tijdschrift te drukken en te verspreiden. Het tijdschrift werd doorgegeven en had een plekje in elk clublokaal. Zo bereikte het naar schatting 240.000 lezers.
1932
In 1932 kochten de broers Descheemaecker bij hun vriend Evrard Havenith, een bekende Antwerpse duivenmelker, een jonge duiver, 6136542-32. Hij kreeg de naam 'De Kaers'. Zeven jaar lang was 'De Kaers' een van de beste halve-fondduiven van de provincie Antwerpen. Hij eindigde zijn sportieve loopbaan in 1939 met de eerste prijs van Orléans (400 km) in Union Antwerpen, ook wel bekend als 'de hogeschool van de Belgische duivensport'.
De duif was genoemd naar de wielrenner Karel Kaers, die in de jaren 1930 veel succes oogstte en in 1934 wereldkampioen baanwielrennen werd. Tot op vandaag vinden we nog altijd sporen van de Kaers en andere bekende wielrenners van die tijd op het Descheemaecker Pigeon Center.
In het tijdschrift 'Het Duivensport' speelde de Kaers de hoofdrol in de artikelen van Noël Descheemaecker. Daarin onthulde hij het geheim van de indrukwekkende prestaties van zijn topduif: “werk jezelf los uit de massa vanaf de start van de race”.
Tijdens het trainen lieten de broers de Kaers niet samen vliegen met andere duiven uit de streek. In plaats daarvan leerden ze hun duif alleen te vliegen. Als een duif de groep leert te verlaten en zelf de juiste richting kan kiezen, is dit een enorm voordeel. Het doel is duiven te leren zelf de weg te vinden.
Op een dag werden de broers Descheemaecker, toen nog jonge mannen, uitgedaagd om met de Kaers deel te nemen aan een wedstrijd met de erg competitieve club 'De Zwaluw'. De Kaers sleepte meteen de eerste prijs in de wacht.
1936
Noël en Robert waren beiden fervente duivenliefhebbers en lid van de club 'De Zwaluw'. De broers leerden de kneepjes van het vak van Gust De Feyter, een vriend en duivenmelker. Van Evrard Havenith kochten ze een zak veldbonen van de beste kwaliteit. Zo werd hun interesse in voeders voor reisduiven gewekt en wijden ze een volledig nummer van hun tijdschrift aan het belang van kwaliteitsvolle graanmengelingen. Intussen speelden de broers met het idee om een fabriek op te starten in de productie van duivenvoeders. Noël Descheemaecker had eerder al een advocatenkantoor opgericht, maar hing zijn toga aan de haak om zich volledig toe te leggen op zijn passie.
De broers kochten een stuk grond en bouwden er een productievestiging op. Ze schaften een tweedehands bestelwagen aan en in november 1936 zag het bedrijf Natural Granen – Gebr. Descheemaecker NV het daglicht. Destijds werden vier mengelingen verkocht: eentje voor de kweek-, de sport-, de rui- en de winterperiode. Bij aanvang werden deze mengelingen in zakken van 25 kg verkocht, maar om tegemoet te komen aan de wensen van duivenliefhebbers stapten ze over op zakken van 5 en 10 kg. De broers brachten die zakken zelf naar de lokale molenaar, verkoper en clublokalen, die ze op hun beurt doorverkochten aan de duivenliefhebbers.
Het bedrijf kende een vliegende start. Dat succes was deels te danken aan de populariteit van het tijdschrift 'Het Duivensport'. De broers haalden goede resultaten bij de wedstrijdvluchten en schreven hun ervaringen neer in artikelen, waaruit andere duivenliefhebbers dan weer konden bijleren. En natuurlijk had Noël een grote troef: zijn universitaire opleiding. Zijn vader stond erop dat hij eerst zijn diploma rechten zou halen voor hij zich op de duivensport mocht storten. In het laatste jaar van zijn opleiding was Noël bijna altijd afwezig tijdens de colleges, omdat zijn duiven al zijn tijd in beslag namen. Als hij dan toch tijdens een les verscheen, gaven zijn docenten de opmerking: “Wel, wel, de beroemde duivenmelker eert ons nog eens met een bezoekje!”
Het gezegde 'Conscience leerde zijn volk lezen, Descheemaecker leerde zijn volk duiven melken' ontstond in deze periode.
1938
In 1938 werd in de tuin van Noël Descheemaecker te Schoten een groot duivenhok gebouwd naar het model van het hok van de Waalse kampioen Georges Fabry (Luik).
1938
Noël en Robert deden ook buiten België aan duivensport. Hun naam was tot buiten de landsgrenzen bekend. Aan het einde van de jaren 1930 werden ze uitgenodigd op talloze internationale duiven shows, waar ze hun ervaringen konden delen en duiven mochten keuren.
Tijdens een duivenshow in Keulen (Duitsland) kregen de broers het visitekaartje van een Duitse generaal. Het hakenkruis op dat kaartje zou later een belangrijke rol spelen voor het in stand houden van de Belgische duiven.
1940
Het begin van de Tweede Wereldoorlog. In de landen die de Duitsers bezetten, moesten alle duiven worden geslacht. Zo konden ze niet worden ingezet voor spionage. Deze praktijk werd al toegepast tijdens de Franse Revolutie en ook tijdens de Eerste Wereldoorlog werden duiven beschouwd als soldaten.
Noël en Robert waren tot alles bereid om ervoor te zorgen dat hun duiven, en die van de andere Belgische duivenliefhebbers, dat lot bespaard bleven. Ze vroegen de Duitse generaal die ze voor de oorlog in Keulen hadden ontmoet om hulp. De generaal, een duivenliefhebber in hart en nieren, bedacht een oplossing. Hij gaf toestemming om de Belgische duiven te verhuizen naar speciale duivenhokken in Brussel, waar ze moesten blijven tot de oorlog voorbij was. Er waren geen wedstrijdvluchten tijdens de oorlog en de duiven werden verzorgd door de Belgische Duivenbond. De verkoop van graanmengelingen droogde op en op de koop toe vernietigde een V2-bom een groot deel van de fabriek van Natural Granen.
Dankzij de doeltreffende ingreep van de broers konden de Belgische duivenliefhebbers echter onmiddellijk na het einde van de oorlog weer wedstrijdvluchten organiseren. De Belgische duiven hadden de oorlog overleefd!
1948
Vlak na de Tweede Wereldoorlog werd de duivensport in België weer even populair als voorheen. Tijdens de nieuwe hoogdagen van de Belgische duivensport in 1948 brachten de broers een nieuw tijdschrift op de markt: 'Duifke Lacht' voor Vlaanderen en Nederland en ‘Pigeon Rit’ voor Wallonië en Frankrijk. Met dit luchtige tijdschrift met publiciteit wilden ze de graanmengelingen van Natural Granen promoten.
'Duifke Lacht - Pigeon Rit' verscheen twee keer per maand. Advertenties werden afgewisseld met leuke weetjes, moppen en strips. Het blad werd steeds populairder en de bestellingen voor granen stroomden binnen. Duivenliefhebbers die niet waren geabonneerd, kregen het bijkomende 'Kom, Kom'. 'Kom, Kom' was een advertentie pamflet: het bevatte één artikel over de duivensport en werd verder gevuld met advertenties voor Natural graanmengelingen en supplementen.
1949
In 1949 brachten de broers Descheemaecker de constateur 'Heirman', uitgevonden door Edgard Heirman, op de markt. Duivensport en constateurs (duivenklokken) zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dat hadden de broers Descheemaecker al snel door.
Tijdens het sportseizoen van 1949 bezocht Edgar Heirman, een bekende klokkenmaker, het clublokaal. Daar hoorde hij dat enkele liefhebbers een wedstrijd verloren hadden omdat hun klok was stilgevallen. Edgar was zelf ook duivenliefhebber en vond het onaanvaardbaar dat iemand een wedstrijd kon verliezen omdat zijn klok niet goed werkte. Toen kwam hij op het idee een speciale duivenklok of 'constateur' te ontwerpen. Edgar ontwikkelde de 'Heirman'-constateur, die onmiddellijk in de smaak viel bij de duivenliefhebbers. Hij had een mechanisme uitgevonden dat de aankomsttijd nauwkeurig en foutloos registreerde. Het apparaat was slechts 12 bij 25 cm groot. De broers Descheemaecker en Edgar sloegen de handen in elkaar om een groot aantal Heirman-constateurs te produceren in La Chaux-de-Fonds, een Zwitserse stad die bekendstond om haar horlogemakerijen. De productie werd financieel gesteund met subsidies van de Zwitserse overheid. Er werden niet minder dan 16.000 Heirman-klokken verkocht. In die tijd was de Heirman de Rolls-Royce onder de duivenklokken. Zo'n klok kon bij wijze van spreken vijftig jaar in de kast blijven liggen en als hij daarna werd opgewonden, werkte hij meteen weer nauwkeurig. De Heirman was uniek onder de constateurs. Het was een vrij dure klok, maar hij bevatte het meest geavanceerde mechanisme van Zwitserse topkwaliteit.
1952
In 1952 werd het bedrijf ‘Junior’ opgericht en de oudste zoon van Noël Descheemaecker, Frans Descheemaecker, kwam aan het roer te staan. Het bedrijf commercialiseerde een nieuwe constateur op de markt: de 'Junior'. Van dit revolutionaire ontwerp werden niet minder dan 300.000 exemplaren verkocht. Een zoon van Frans ontwikkelde later op zijn beurt een elektronisch kwartshorloge. Door de aanzienlijke concurrentie en het feit dat er betere elektronische klokken op de markt kwamen, zakte de verkoop tot 10.000 eenheden. Het bedrijf werd in 2008 overgenomen door de firma Linell in het Verenigd Koninkrijk.
1955
De broers Descheemaecker waren intussen ondernemer in verschillende takken van de duivensport: ze waren zelf fervente duivenliefhebbers, behaalden mooie resultaten met hun duiven, ze communiceerden hun ervaringen via hun kwalitatief tijdschrift, verkochten uitstekende graanmelingen en bijproducten voor de duiven, waren actief geweest in de verkoop van constateurs, maar er ontbrak nog iets in het totaalplaatje: kweekduiven. Daarom werd in 1955 het kweekstation in Sint-Antonius-Zoersel in gebruik genomen. De broers brachten hier kweekduiven van alle bekende rassen onder met als doel om die te verkopen aan andere duivenliefhebbers.
Liefhebbers konden via het kweekstation jongen duiven bekomen van bekende rassen. In eerste instantie liep de verkoop van de jongen duiven in combinatie met de verkoop van graanmengelingen. De klant kreeg een bon bij aankoop van 250 kg graan en kon die bon inwisselen voor een duif. Via 'Duifke Lacht' werden alle duivenliefhebbers op de hoogte gebracht. De activiteit van het kweken van jonge duiven was een schot in de roos: er moesten extra duivenhokken op het kweekstation worden geplaatst om aan de vraag van liefhebbers te kunnen voldoen.
Steeds meer duivenliefhebbers vroegen of ze de Natural fabriek en het Kweekstation konden bezoeken. Dat gaf de broers het idee om twaalf weken lang elke zondag de deuren van de fabriek en het Kweekstation open te stellen. Duivenclubs kwamen met bussen tegelijk op bezoek en maakten er een daguitstap van.
's Ochtends brachten ze een bezoek aan de duivenmarkt in Lier, daarna vertrokken ze naar de fabriek en in de namiddag bewonderden ze de duiven in het Kweekstation. Met een trappist in de onthaalruimte van het Kweekstation werd de dag in schoonheid afgerond. Niemand keek er nog van op als er op zondag zeventig of meer bussen geparkeerd stonden. Het Kweekstation is dan ook uniek in de wereld van de duivensport.
1967
'Het Duivensport' werd in 1967 omgedoopt naar 'De Duivensport' (nieuwe spelling). Door zijn groene omslag kreeg het de bijnaam 'het groene boekje'.
In oktober 1967 werden de twee tijdschriften, 'Het Duivensport - Le Sport Colombophile' en 'Duifke Lacht - Pigeon Rit', samengevoegd tot 'Duifke Lacht - Pigeon Rit'. 150.000 duivenliefhebbers verslonden dit leesvoer.
1970
In 1970 namen twee zonen van Noël Descheemaecker, Joseph en Noël jr., Natural Granen over. Er werd een nieuwe, moderne fabriek gebouwd in Schoten, speciaal voor de productie van graanmengelingen voor duiven. Noël bleef wel actief in de duivensport en bleef een gepassioneerd duivenmelker tot hij 92 was.
De broers Descheemaecker waren in België maar ook ver daarbuiten bekende namen in de duivensport. Tijdens de open dagen in het Kweekstation kwamen er heel wat buitenlandse bezoekers over de vloer om het fenomeen Descheemaecker zelf mee te maken. Vooral de buurlanden Frankrijk, Nederland en Duitsland waren geïnteresseerd in de graanmengelingen, bijproducten en duiven van Descheemaecker.
1981
Op vele grote handelsbeurzen en Olympiaden hadden de gebroeders Descheemaecker een stand. In 1981 vond de Olympiade plaats in Tokio en zo kon het bedrijf een plek veroveren op de markt in het Verre Oosten. Toch is en blijft België de bakermat van de duivensport. Natural Granen en de gebroeders Descheemaecker stonden wereldwijd bekend voor zijn graanmengelingen, tijdschriften en andere publicaties, bijproducten en duiven uit het Kweekstation.
Het duurde niet lang voor Natural Granen zijn producten exporteerde naar 55 landen en in de meeste van die landen de onbetwiste marktleider werd.
1996
In 1996 ging Stephan, de zoon van Joseph Descheemaecker en alzo de derde generatie, aan de slag in het bedrijf van zijn vader en grootvader. Behalve de doorgegeven ervaring van generatie op generatie, liep Stephan tijdens zijn laatste jaar aan de universiteit stage in de voederfabriek in Schoten én in het buitenland om de kneepjes van het vak te leren.
Bovendien opende in dat jaar de deuren van Azië voor de familie Descheemaecker dankzij een eerste zakenreis.
1998
De eerste Natural winkel opende in Shanghai (China) de deuren. Met zijn 300.000 duivenliefhebbers is China niet alleen een gigantische potentiële afzetmarkt, maar ook een even grote zakelijke uitdaging. Samen met hun partner in Taiwan, dierenarts en duivenliefhebber dr. Max Yang, besloten Joseph en Noël jr. de Aziatische markt te veroveren. Dr. Max Yang opperde het idee om een volledig gamma medicatie voor reisduiven te ontwikkelen, speciaal voor de Aziatische markt.
In datzelfde jaar werd ook de collectie van historische stukken overgebracht naar de locatie van het Kweekstation in Zoersel en daarmee werd officieel de permanente expositie geopend.
2014
Na bijna 60 jaar kweken van duiven was het ook op het Kweekstation tijd voor innovatie. Daarom werden in 2014 de ELITE by Descheemaecker duiven geïntroduceerd. Deze duiven zijn gehuisvest in nieuw gebouwde en ultramoderne duivenhokken. Binnen de ELITE by Descheemaecker duiven zitten o.a. duiven met stambomen van de Gebr. Janssens, Gaston Van de Wouwer, Etienne Meirlaen, Dirk Van Dijck, enz. In de ELITE duivenhokken worden de duiven met de grootste zorg omringd, zodat ze later 'echte prijswinnaars' worden.
Verder ging Natural Granen in 2014 een partnerschap aan met Groep AVEVE om de groei van het familiebedrijf verder te ondersteunen, nieuwe activiteiten te ontwikkelen en verder te investeren in het assortiment en de kwaliteit van de producten.
2016
In 2016 werd Haspeslagh, een bedrijf gespecialiseerd in toebehoren voor wedstrijdduiven en accessoires voor kippen, overgenomen door Natural Granen.
In datzelfde jaar opende Stephan Descheemaecker een gloednieuwe fabriek in Schoten, met een hypermodern, computergestuurd productieproces. Dit zorgt ervoor dat de mengelingen nog nauwkeuriger worden afgestemd op de behoeften van duivenliefhebbers in België en daarbuiten.
Bovendien werd in 2016 gestart met de rebranding van het logo van Natural Granen. Hoewel er al wel wat aan veranderd was sinds de oprichting, was het tijd om de bekende duif verder te moderniseren en de lijn verder door te trekken op nieuwe verpakkingen.
Ondertussen werd in dat jaar in China eveneens een kweekstation opgestart voor het kweken van ELITE duiven. Er worden een 750-tal duiven gehouden die tevens deelnemen aan one-loft races.
2017
Met de oprichting van de nieuwe vennootschap en nieuwe naam, breekt voor het Kweekstation een nieuw tijdperk aan. Hoewel er een nauwe band zal blijven bestaan met de duivenvoeder fabriek Natural Granen in Schoten, zal de familie Descheemaecker vanaf het najaar 2017 niet langer de fabriek besturen. De familie zag haar taak na 80 jaren produceren van duivenvoeders als volbracht en gaf de fakkel door aan Groep AVEVE. Zij hadden in 2014 reeds een aandeel verworven in Natural Granen en garanderen een succesvolle toekomst voor het bedrijf.
Door de afscheiding van de activiteit van de productie van voeders, zal het Kweekstation voortaan onder de naam Descheemaecker Pigeon Center door het leven gaan. Deze nieuwe vennootschap werd opgericht door Stephan Descheemaecker en benadrukt opnieuw het familiale karakter, de uitgebreide ervaring in, focus op en passie voor de duivensport, alsook het internationale karakter en ambities.
Tezamen met de kweek van de duiven, behield Stephan immers ook de publicitaire activiteiten in de vorm van het tijdschrift Duifke Lacht en het partnerschap in China.
2018
Drie generaties geleden begon het boeiende ondernemingsleven van de familie Descheemaecker in de duivenwereld op het dak van een drukkerij. Bijna een eeuw later kan Descheemaecker hierin nog steeds voortrekker zijn door de recente digitalisatie. Door gebruik te maken van sociale media, een vernieuwd tijdschrift Duifke Lacht en een nieuwe website waar online bestellingen voor duiven geplaatst kunnen worden, toont Descheemaecker Pigeon Center aan dat de duivensport ook toegankelijk is voor jonge mensen.
In 2018 werd verder geïnvesteerd in de ELITE by Descheemaecker door de toevoeging van duiven van bekende liefhebbers die sterke kwalitatieve lijnen hebben die passen binnen onze ELITE standaard. Zo kochten we in 2018 bij de combinatie Co & Piet Verbree 20 duiven aan. Bij Freddy & Jack Vandenheede werden 22 duiven aangekocht.
2019
B2019 was een bijzonder jaar op verschillende vlakken. We vierden het 100-jarige bestaan van het Descheemaecker Pigeon Center. Eind 1919 startte immers de geschiedenis van de Familie Descheemaecker met de aankoop van een aantal jonge duiven door Noël en Robert Descheemaecker op de Vogeltjesmarkt. 100 jaar later zetten we die passie voor duiven met veel plezier verder met het ganse team van het Descheemaecker Pigeon Center.
Verder hadden we in 2019 de mogelijkheid om 2 rondes duiven bij Antoine De Graeve aan te kopen. We kweekten al vele duiven uit de koppels en bieden daarmee een interessante lijn van De Graeve duiven aan voor de liefhebbers. Tot slot bereikten we in het wedstrijdseizoen 2019 met onze duif met ringnummer BE18-6008818 een 2e plaats op de PIPA ranking.
2020
Begin van dat jaar bereikten we 10.000 volgers op Facebook, een kanaal waar we de voorbije jaren meer en meer op ingezet hebben om onze liefhebbers te bereiken. Einde 2019 werd gestart met de renovatie van het Descheemaecker Pigeon Center dat in het voorjaar van 2020, net voor de uitbraak van COVID, feestelijk geopend werd. Het oude museum en de burelen werden omgetoverd tot een moderne expositieruimte en een belevingscentrum voor de liefhebbers of mensen die graag kennis maken met de duivensport. Ook buiten brachten we nieuwe elementen aan die de duivensport in de verf zetten met o.a. informatie borden over bekende liefhebbers aan de verschillende hokken en de vereeuwiging van “den 18” op de gevel aan de parking. Die muurschildering van onze bekende duif werd genomineerd in een nationale wedstrijd waar de artiest Bart Smeets een knappe 9de plaats behaalde.
Tijdens de Corona maanden werd er verder ingezet op innovatie met de virtuele webinars waarbij de duiven live aan de liefhebbers digitaal getoond werden. Deze duiven konden naderhand aangekocht worden door de kijkers. Deze webinars hadden een groot succes en vormden de bakermat tot het maken van veel meer video’s van de duiven die verkocht worden. We startten toen ook ons eigen Youtube kanaal op.
2022
We blijven verder sterk inzetten op digitalisering en het online delen van onze kennis. In april 2022 bereikten we op Instagram 5.000 volgers die we regelmatig inspireren met nieuws uit de duivensport.
In dat jaar schonk André Roodhooft 22 kweekkoppels aan het Descheemaecker Pigeon Center. André Roodhooft was jarenlang de manager van het Descheemaecker Pigeon Center en onder zijn leiding werd destijds de professionalisering van het Descheemaecker Pigeon Center ingezet.
